hineingehen

Vertalingen hineingehen DE>NL

werkw.

Uitspraak:

1) etw. betreten - binnengaan

Es wird kühl, lass uns hineingehen. - Het wordt koud, laten we naar binnen gaan.
tiefer in den Wald hineingehen - dieper in het bos gaan

2) deel van de uitdrukking:

in etw. hineingehen

Overige bronnen

hineingehen (ww.)	betreden (ww.) ; binnenkomen (ww.) ; binnenlopen (ww.) ; binnenstappen (ww.) ; binnentreden (ww.) ; ingaan (ww.)
das Hineingehen	het binnengaan
hineingehen	naar binnen gaan

Bronnen: interglot; Trueterm

Voorbeeldzinnen met `hineingehen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: betreten
DE: eindringen
DE: einfahren
DE: eingehen
DE: Einkommen
DE: einlassen
DE: einlaufen
DE: einsteigen
DE: eintreffen
DE: eintreten

Zojuist vertaald