Vertalingen betreten DE>NL
I betreten
werkw.
1) hineingehen -
betreden | Betreten verboten! - Betreden verboden! |
2) auf etw. treten, gehen -
betreden Betreten des Rasens verboten! - Verboden het gazon te betreden! Mit diesem Schritt betreten wir wissenschaftliches Neuland. - Met deze stap betreden wij nieuw wetenschappelijk terrein. |
II betreten
bijv.naamw.
Scham ausdrückend -
beteuterd | Es herrschte betretenes Schweigen. - Er heerste een beteuterd zwijgen. |
III betreten
bijwoord
deel van de uitdrukking: beteuterd | Sie schaute ihn betreten an. - Zij keek hem beteuterd aan. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| betreten (ww.) | betreden (ww.) ; binnengaan (ww.) |
| betreten | beduusd ; beteuterd ; betrokken ; getroffen ; onthutst ; ontsteld ; paf ; perplex ; sip ; teleurgesteld ; verschrikt |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `betreten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: baffDE: bedripstDE: belemmertDE: betroffenDE: entgeistertDE: entsetztDE: erschrecktDE: erstauntDE: fassungslosDE: konfusUitdrukkingen en gezegdes
DE: einen
betreten bei einer Sache
NL: iemand op iets betrappen