Vertalingen Hacken DE>NL
hacken
werkw.
1) mit einem Messer o. Ä. zerkleinern -
hakken Petersilie fein hacken - peterselie fijn hakken |
2) in Stücke hauen -
hakken Er hat den alten Schrank in Stücke gehackt. - Hij heeft de oude kast in stukken gehakt. |
3) mit einer Hacke herstellen -
hakken ein Loch ins Eis hacken - een gat in het ijs hakken |
4) mit einer Hacke arbeiten -
schoffelen 5) mit dem Schnabel nach jemandem / etw. stoßen -
hakken © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hacken (ww.) | fijnhakken (ww.) ; wieden (ww.) ; vellen (ww.) ; schoffelen (ww.) ; rammelen (ww.) ; omhakken (ww.) ; kletteren (ww.) ; kleinhakken (ww.) ; kappen (ww.) ; in stukken hakken (ww.) ; houwen (ww.) ; hakken (ww.) ; bomen kappen (ww.) |
der Hacken | de hielen ; de hiel (m) |
Hacken | chippen ; wortelsnoeien ; verspaning ; van erts ; tang ; snel aanuit schakelen ; schoffelen ; klauw ; hakken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Hacken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abhackenDE: abhauenDE: abholzenDE: feinhackenDE: FersenDE: fällenDE: HackeDE: hauenDE: hinkenDE: holzen