Vertaal
Naar andere talen: • holen > ENholen > ESholen > FR
Vertalingen holen DE>NL

holen

werkw.
Uitspraak:  [ˈhoːlən]

1) von irgendwo herbringen - halen
Holst du bitte mal die Butter aus dem Kühlschrank? - Wil jij alsjeblieft de boter uit de koelkast pakken?
Warte, ich hole dir eine Decke. - Wacht, ik haal een deken voor je.
Das Telefon hat mich frühmorgens aus dem Bett geholt. - De telefoon heeft mij vanmorgen vroeg gewekt.

2) deel van de uitdrukking: halen
Würdest du schnell Milch holen gehen? - Zou je voor mij snel nog melk willen halen?

3) zu sich kommen lassen, rufen - halen
Hol schnell Hilfe! - Haal snel hulp!

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking Atem / Luft holen

5) deel van de uitdrukking:
uitdrukking (sich) etw. holen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
holen (ww.) ontlenen (ww.) ; winnen (ww.) ; verkrijgen (ww.) ; verdelen (ww.) ; uitreiken (ww.) ; ronddelen (ww.) ; pakken (ww.) ; oppikken (ww.) ; ophalen (ww.) ; afhalen en meenemen (ww.) ; nemen (ww.) ; lenen (ww.) ; iets ophalen (ww.) ; iets halen (ww.) ; halen (ww.) ; distribueren (ww.) ; brengen (ww.) ; behalen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `holen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abheben
DE: abholen
DE: andrehen
DE: auffischen
DE: aufholen
DE: aufpicken
DE: Ausgeben
DE: aushecken
DE: ausholen
DE: ausnehmen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich etwas holen NL: iets halen NL: iets oplopen, zich iets op de hals halen