Vertalingen Flur DE>NL
I der Flur
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [fluːɐ] |
Verbuigingen: | Flur(e)s , Flure |
Gang in einem Haus, von dem aus die Türen zu Zimmern oder Wohnungen abgehen -
gang auf dem / im Flur warten - in de gang wachten |
II die Flur
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [fluːɐ] |
Verbuigingen: | Flur , Fluren |
freier, nutzbarer Teil einer Landschaft -
veld(en) , akker(s) Sie liefen durch Wald und Flur. - Zij liepen door bos en veld. |
allein auf weiter Flur stehen (=bei etw. der / die Einzige sein) - eenzaam en verlaten zijn
Mit dieser Meinung stand sie allein auf weiter Flur. - Met deze mening stond zij alleen en verlaten.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Flur | de corridor (m) ; de doorgang (m) ; de entree (v) ; de gang (m) ; de hal (m) ; de overloop (m) ; de passage (v) ; het portaal ; de vestibule (m) ; het voorportaal |
Flur | buurtschap,gehucht ; floor ; gang ; voorhuis ; wandelgang ; wilde gronden |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwtermen
Voorbeeldzinnen met `Flur`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AckerDE: AckerbodenDE: AckerlandDE: BodenDE: DieleDE: EingangDE: EingangshalleDE: EntreeDE: FeldDE: Gang