Vertalingen verärgert DE>NL
I verärgert
bijv.naamw.
Ärger empfindend -
ergeren | Ich war ziemlich verärgert über seine Verspätung. - Ik was behoorlijk geïrriteerd dat hij te laat kwam. |
II die Verärgerung
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [fɛɐˈ|ɛrgərʊŋ] |
| Verbuigingen: | Verärgerung |
deel van de uitdrukking: ergenis | Ich kann Ihre Verärgerung gut verstehen. - Ik begrijp zijn ergernis goed. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| verärgert (ww.) | geërgerd (ww.) |
| verärgert | geprikkeld ; wrevelig ; verontwaardigd ; prikkelbaar ; pissig ; ontstemd ; ontevreden ; misnoegd ; gepikeerd ; gekwetst ; geirriteerd ; gebelgd ; aangebrand ; boos ; verbolgen ; kwaad ; kribbig |
Bronnen: interglot; Trueterm; WikipediaVoorbeeldzinnen met `verärgert`

Voorbeeldzinnen laden....