erzeugen - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen erzeugen DE>NL

I erzeugen

werkw.

Uitspraak:

[ɛɐˈʦɔ y g ən]

1) produzieren - produceren , opwekken

2) entstehen lassen - veroorzaken

Gewalt erzeugt wieder Gewalt. - Geweld veroorzaakt nieuw geweld.

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ɛɐˈʦɔ y gʊŋ]
Verbuigingen:	Erzeugung , Erzeugungen

deel van de uitdrukking: productie , verwekking

Stromerzeugung - stroomopwekking

Overige bronnen

erzeugen (ww.)	planten (ww.) ; voortbrengen (ww.) ; verwekken (ww.) ; vervaardigen (ww.) ; veroorzaken (ww.) ; verbouwen (ww.) ; totstandbrengen (ww.) ; telen (ww.) ; scheppen (ww.) ; produceren (ww.) ; procreëren (ww.) ; opkweken (ww.) ; maken (ww.) ; kweken (ww.) ; in het leven roepen (ww.) ; genereren (ww.) ; fokken (ww.) ; fabriceren (ww.) ; broeden (ww.) ; aanplanten (ww.) ; aankweken (ww.)
erzeugen	produceren

Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `erzeugen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: anbauen
DE: anfertigen
DE: Anpflanzen
DE: aufbauen
DE: aufziehen
DE: bilden
DE: entstehen
DE: entwerfen
DE: entwickeln
DE: erfinden