Vertaal
Naar andere talen: • erfinden > ENerfinden > ESerfinden > FR
Vertalingen erfinden DE>NL

I erfinden

werkw.
Uitspraak:  [ɛɐˈfɪndən]

1) durch Forschung etw. Neues entwickeln - uitvinden , bedenken
Wer hat die Dampfmaschine erfunden? - Wie heeft de stoommachine uitgevonden?

2) sich etw. ausdenken, was nicht wahr ist - verzinnen
Am Schluss stellte sich heraus, dass er die ganze Geschichte bloß erfunden hatte. - Aan het einde werd duidelijk dat hij het hele voorval maar heeft verzonnen.


II die Erfindung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ɛɐˈfɪndʊŋ]
Verbuigingen:  Erfindung , Erfindungen

1) das Erfinden - uitvinding
die Erfindung des Rades - de uitvinding van het wiel

2) das Erfundene - uitvinding
Was für eine geniale Erfindung! - Wat een geniale uitvinding!

3) etw. Erfundenes - fantasie
Ich halte das alles für eine reine Erfindung. - Ik beschouw dat allemaal als pure fantasie.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
erfinden (ww.) overpeinzen (ww.) ; voorwenden (ww.) ; voorliegen (ww.) ; voorjokken (ww.) ; verzinnen (ww.) ; verdichten (ww.) ; veinzen (ww.) ; uitvinden (ww.) ; uitdenken (ww.) ; simuleren (ww.) ; scheppen (ww.) ; peinzen (ww.) ; bedenken (ww.) ; overdenken (ww.) ; ontwikkelen (ww.) ; ontwerpen (ww.) ; nadenken (ww.) ; maken (ww.) ; in het leven roepen (ww.) ; fingeren (ww.) ; fantaseren (ww.) ; evolueren (ww.) ; bespiegelen (ww.) ; beschouwen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `erfinden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anfertigen
DE: auf die Idee kommen
DE: ausbilden
DE: ausdenken
DE: ausklügeln
DE: austüfteln
DE: beschwindeln
DE: bilden
DE: entstehen
DE: entwerfen