Vertalingen einbringen DE>NL
einbringen (ww.) | opleveren (ww.) ; innemen (ww.) ; instoppen (ww.) ; introduceren (ww.) ; inwinnen (ww.) ; langs brengen (ww.) ; meebrengen (ww.) ; naar voren brengen (ww.) ; opbrengen (ww.) ; indoen (ww.) ; opperen (ww.) ; poneren (ww.) ; ronddelen (ww.) ; trachten te krijgen (ww.) ; uitreiken (ww.) ; verdelen (ww.) ; vergoeden (ww.) ; iets in te brengen hebben (ww.) ; goedmaken (ww.) ; doen in (ww.) ; distribueren (ww.) ; compenseren (ww.) ; brengen (ww.) ; bijdragen (ww.) ; aanvoeren (ww.) ; aandragen (ww.) |
das Einbringen | het inbrengen ; erin brengen (znw.) |
einbringen | binnenbrengen ; storten ; op een stand stellen ; inhalen ; binnenhalen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `einbringen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abpflückenDE: abwerfenDE: AusgebenDE: ausgleichenDE: ausstellenDE: austeilenDE: beitragenDE: belohnenDE: bereitstellenDE: besorgen