Vertalingen beziehen DE>NL
beziehen
werkw.
1) (regelmäßg) bekommen -
ontvangen Beziehen Sie Arbeitslosengeld? - Ontvangt u een werkloosheidsuitkering? Woher bezieht Deutschland das Erdgas? - Waar komt het aardgas voor Duitsland vandaan? |
2) in etw. einziehen -
betrekken Das neue Büro kann bald bezogen werden. - Het nieuwe bureau kan spoedig worden betrokken. |
3) mit einer Hülle aus Stoff umgeben -
verschonen die Betten frisch beziehen - de bedden verschonen |
4) deel van de uitdrukking: Position / Stellung beziehen (=seine Einstellung zu etw. äußern) - innemen
zu den Vorwürfen Stellung beziehen - tegen de verwijten stelling innemen
|
5) deel van de uitdrukking: sich auf jemanden / etw. beziehen (=einen Zusammenhang mit jemandem / etw. herstellen, auf etw. hinweisen) - verwijzen naar
Er bezog sich in der Bewerbung auf das Stellenangebot in der Zeitung. - Hij verwees in de sollicitatiebrief naar de advertentie in de krant.
|
6) deel van de uitdrukking: etw. auf sich beziehen (=etw. persönlich nehmen) - persoonlijk opnemen
Du solltest nicht alles, was er sagt, auf dich beziehen. - Je moet niet alles wat hij zegt persoonlijk opnemen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beziehen (ww.) | bedekken (ww.) ; bekleden (ww.) ; bespannen (ww.) ; betrekken (ww.) ; opspannen (ww.) ; overtrekken (ww.) ; relateren (ww.) ; spannen (ww.) ; stofferen (ww.) ; van bekleding voorzien (ww.) |
beziehen | kamer betrekken |
Bronnen: interglot; Horecagids
Voorbeeldzinnen met `beziehen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ankleidenDE: anspannenDE: aufziehenDE: ausstattenDE: bedeckenDE: bekleidenDE: bespannenDE: dehnenDE: einmietenDE: einziehenUitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
beziehen auf
NL: betrekking hebben op NL: verwijzen naar