I betreffen

werkw.

Uitspraak:

[bəˈtrɛfən]

sich auf etw. beziehen, für jemanden / etw. gelten - betreffen

Die neue Prüfungsordnung betrifft uns nicht mehr. - Het nieuwe examenreglement heeft op ons geen betrekking meer.

was jemanden / etw. betrifft (=) - betreft Was mich betrifft, können wir gerne noch bleiben. - Wat mij betreft kunnen we nog best blijven.

II betreffende

bijv.naamw.

Uitspraak:

[bəˈtrɛfəndə]

deel van de uitdrukking: bewuste

War er am betreffenden Tag bei Ihnen? - Wie was er op de bewuste dag bij u?

© K Dictionaries Ltd.

betreffen (ww.)	belang inboezemen (ww.) ; beroeren (ww.) ; raken (ww.) ; slaan op (ww.) ; treffen (ww.) ; zorg inboezemen (ww.)
das Betreffen	het aangaan ; het betreffen

Bron: interglot




DE: anbelangen
DE: angehen
DE: antun
DE: Belange haben
DE: besiegen
DE: bewegen
DE: erregen
DE: gehen um
DE: handeln von
DE: schlagen

DE: was meinen Bruder betrifft NL: wat mijn broer betreft
DE: die betreffende Sendung NL: de bewuste zending, de zending in kwestie
DE: die vom Unglück betroffene Familie NL: het door de rampspoed getroffen gezin
DE: betroffen NL: ook: onthutst