Vertalingen bestimmen DE>NL
bestimmen
werkw.
1) eine Entscheidung über etw. treffen -
bepalen , aanwijzen , beslissen Ich will selbst bestimmen, wen ich einlade. - Ik wil zelf beslissen wie ik uitnodig. Wer bestimmt, was gemacht werden muss? - Wie beslist wat er gedaan moet worden? |
für jemanden / etw. bestimmt sein (=) - voorbestemd
Die Gelder sind für die Renovierung des Schulgebäudes bestimmt. - Het geld is bedoeld voor renovatie van het schoolgebouw.
|
jemanden als / zu etw. bestimmen (=entscheiden, dass jemand etw. werden soll) - bestemmen
jemanden zu seinem / als Nachfolger bestimmen - iemand tot zijn / tot zijn opvolger bestemmen
|
2) mit wissenschaftlichen Methoden herausfinden, feststellen -
bepalen Die genaue Zahl der Erkrankten ist nur schwer zu bestimmen. - Het exacte aantal zieken is heel moeilijk te bepalen. |
3) prüfen, zu welcher Art sie gehören -
determineren Wir müssen die wichtigsten Singvogelarten bestimmen können. - Wij moeten de belangrijkste vogelsoorten kunnen determineren. |
4) einen starken Einfluss auf etw. haben -
bepalen Ihr Leben war durch Gewalt und Drogen bestimmt. - Haar leven werd door geweld en drugs bepaald. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bestimmen (ww.) | nader omschrijven (ww.) ; verordineren (ww.) ; verordenen (ww.) ; vaststellen (ww.) ; van elkaar onderscheiden (ww.) ; suggereren (ww.) ; raden (ww.) ; preciseren (ww.) ; overwegen (ww.) ; overdenken (ww.) ; ordonneren (ww.) ; onderscheiden (ww.) ; omschrijven (ww.) ; adviseren (ww.) ; ingeven (ww.) ; iets aanraden (ww.) ; een ereteken geven (ww.) ; determineren (ww.) ; definiëren (ww.) ; decreteren (ww.) ; bestemmen (ww.) ; besluiten (ww.) ; beslissen (ww.) ; bepalen (ww.) ; afwegen (ww.) ; afkondigen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bestimmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abmachenDE: abstechenDE: anhaltenDE: anordnenDE: anregenDE: auferlegenDE: auseinanderhaltenDE: ausmachenDE: bedingenDE: beenden