der Grund

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[grʊnt]
Verbuigingen:	Grund(e)s , Gründe

1) Erklärung, warum etw. geschehen ist oder jemand etw. getan hat - reden

Ich muss aus verschiedenen Gründen absagen. - Ik moet om verschillende redenen afzeggen. Es gibt Grund zum Feiern: Sie hat die Prüfung bestanden! - Er is reden voor een feestje: zij is voor haar eindexamen geslaagd!

einer Sache auf den Grund gehen / kommen (=eine Erklärung für etw. suchen / finden) - een verklaring vinden / zoeken

im Grunde (genommen) (=eigentlich) - in wezen Im Grunde genommen habe ich nichts gegen ihn. - In wezen heb ik niets tegen hem.

2) Erde, auf der man steht, etw. baut usw. - grond , bodem

sumpfiger / sandiger Grund - zompige / zanderige grond

von Grund auf (=völlig) - volledig von Grund auf verschieden sein - volledig verschillen

sich in Grund und Boden schämen (=sich sehr schämen) - kan wel door de grond zakken

jemanden in Grund und Boden reden (=so viel reden, dass jemand aufgibt, Argumente gegen einen vorzubringen) - alle redenen wegnemen

3) Stück Land, das jemandem gehört - grond , perceel

sein eigener Grund und Boden - zijn eigen stuk grond Grundbesitzer - grondeigenaar Grundsteuer - onroerendgoedbelasting

4) untere Fläche, Boden - grond

Das Schiff ist auf Grund gelaufen. - Het schip is op de grond gelopen.

im Grunde meines / seines Herzens (=tief in meinem / seinem Inneren) - in de grond van mijn/zijn hart

© K Dictionaries Ltd.

der Grund

de oorzaak (v) ; de grond (m) ; de grondgedachte (v) ; de grondlijn ; de grondslag (m) ; de grondstelling (v) ; het motief ; de motivatie (v) ; de onderkant (m) ; de onderlaag ; de fundering (v) ; het principe ; de reden (v) ; het uitgangspunt ; uitgangsvorm (znw.) ; het veld ; de veronderstelling (v) ; het vertrekpunt ; de vloer (m) ; het fundament ; de aanleiding (v) ; de aarde ; de aardkorst ; de akker (m) ; basis (znw.) ; basislijn (znw.) ; het beginsel ; de beweegreden ; de bodem (m) ; bodemoppervlak (znw.) ; het bouwland ; directe oorzaak (znw.) ; de drijfveer

Grund

bank ; zandplaat ; grondlaag ; grondkleur ; bodem

Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




DE: Acker
DE: Ausgangspunkt
DE: Basis
DE: Beweggrund
DE: Boden
DE: Bodenkrume
DE: Erde
DE: Fundierung
DE: Grundgedanke
DE: Grundlage

DE: im Grunde NL: in de grond van de zaak
DE: aus welchem Grunde NL: om welke reden
DE: auf Grund seiner Mitteilungen NL: op grond van zijn mededelingen
DE: von Grund aus unterrichtet NL: grondig, volkomen op de hoogte
DE: einer Sache auf den Grund gehen NL: iets grondig onderzoeken
DE: jetzt kann er von Grund aus anfangen NL: nu kan hij weer helemaal opnieuw beginnen
DE: Gründe für etwas beibringen NL: gronden voor iets aanvoeren
DE: in Grund und Boden verdorben NL: tot in de grond bedorven