Vertalingen Anstoß DE>NL
der Anstoß
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈanʃtoːs] |
Verbuigingen: | Anstoßes , Anstöße |
1) deel van de uitdrukking: Anstoß erregen (=Kritik hervorrufen, beleidigen) - aanstoot geven
Sie wollte damit bei den Zuschauern keinen Anstoß erregen. - Zij wilde het publiek daarmee geen aanstoot geven.
|
Anstoß an etw. nehmen (=etw. als falsch oder beleidigend empfinden) - aanstoot nemen
Hoffentlich nimmt niemand an Anstoß an meiner Anwesenheit. - Hopenlijk geeft mijn aanwezigheid geen reden tot aanstoot.
|
2) Auslöser, Anregung -
start den Anstoß zu einem Projekt geben - het startteken van een project geven |
3) der erste Tritt gegen den Ball zu Spielbeginn sport -
aftrap Der HSV hat Anstoß. - HSV heeft de aftrap. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Anstoß | de aanzet (m) ; de doeltrap (m) ; de impuls (m) ; het initiatief ; de luim ; de opwekking (v) ; de opwelling (v) ; de prikkel (m) ; de stimulering (v) ; de stoot (m) |
Anstoß | aanstoting |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Anstoß`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AnregungDE: AnreizDE: AnspornDE: AntriebDE: ImpulsDE: MotivationDE: StachelDE: StimulansDE: StimulusUitdrukkingen en gezegdes
DE: er hat das Gedicht ohne
Anstoß hergesagt
NL: hij heeft het gedicht zonder haperen opgezegdDE: den ersten
Anstoß geben
NL: de eerste stoot geven (tot iets)