Vertaal
Naar andere talen: • anstossen > ENanstossen > ESanstossen > FR
Vertalingen anstossen DE>NL

anstoßen

werkw.
Uitspraak:  anstoːsən]

1) einen Stoß geben - aanstoten
jemanden aus Versehen anstoßen - iemand per ongeluk aanstoten
Sie stieß mich heimlich unter dem Tisch an. - Stiekem stootte zijn mij onder de tafel aan.
neue Projekte anstoßen - nieuwe projecten starten

2) an etw. stoßen - aanstoten
Ich bin mit dem Kopf am Regal angestoßen. - Ik ben met mijn hoofd tegen de plank gestoten.

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich etw. anstoßen

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking (mit jdm) (auf etw.) anstoßen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
anstoßen (ww.) aanstoten (ww.) ; aftrappen (ww.) ; kloppen (ww.) ; porren (ww.) ; proosten (ww.) ; stoten (ww.)
das Anstoßenhet aansporen ; het aanzetten ; de prikkel (m)
anstossen activeren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `anstossen`
Voorbeeldzinnen laden....