Vertalingen je DE>NL
I je
bijwoord
1) irgendwann einmal -
ooit Es ist ungewiss, ob er je wieder gesund wird. - Het is onzeker of dat hij weer geneest. das Dümmste, was ich je gehört habe - het stomste dat ik ooit heb gehoord Es geht mir besser denn je! - Het gaat met mij beter dan ooit tevoren! |
2) in jedem Fall, jedes Mal die genannte Anzahl -
telkens fünf Gruppen mit je sechs Personen - vijf groepen met elk zes personen Wir bekamen je zwei Gutscheine. - Wij kregen elk twee cadeaubonnen. |
3) deel van de uitdrukking: je nach etw. (=drückt eine Bedingung, einen Umstand o. Ä. aus) - afhankelijk van iets
je nach Geschmack Zucker hinzufügen - naar smaak suiker toevoegen
|
II je
voorzetsel
für jede Person / Sache -
per Das macht 5 Euro je Person. - Dat is dan € 5,00 per persoon. Schinken für 1,20 Euro je hundert Gramm - ham voor € 1,20 per honderd gram |
III je
voegwoord
1) deel van de uitdrukking: je + Komparativ ... desto / umso +Komparativ (=drückt eine Abhängigkeit zwischen zwei Komparativen aus) - hoe/des
Je älter er wird, umso anspruchsvoller wird er auch. - Hoe ouder hij wordt des te veeleisender hij ook wordt.
|
2) deel van de uitdrukking: je nachdem ... (=drückt aus, dass etw. von einer Bedingung abhängt) - hang ervan af
„Kommst du heute Abend?‟ – „Je nachdem, ob ich Zeit habe.‟ - "Kom je vanavond?" - "Hangt ervan af of ik tijd heb."
|
IV je
tussenwerpsel
deel van de uitdrukking: o je / ach je (=drückt Bedauern oder Erschrecken aus) - jee
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bronnen: interglot; Wikipedia
Synoniemen
DE: einmalDE: immer nurDE: irgendeinmalDE: irgendwannDE: jemalsDE: perDE: proUitdrukkingen en gezegdes
DE: je... desto,
je...
je,
je... um so
NL: hoe... des te, hoe... hoeDE: je und
je
NL: altijdDE: je vier und vier gingen sie hinein
NL: vier aan vier, in groepen van vier, gingen ze naar binnenDE: je der vierte
NL: telkens de vierdeDE: auf
je vier Mann
NL: op elke vier manDE: je Dutzend
NL: per dozijnDE: Flaschen zu
je 2 Liter
NL: flessen ieder van 2 literDE: je nach Bedarf
NL: al naar behoefteDE: je nachdem
NL: al naarmate, al naar NL: dat ligt eraanDE: je nun!
NL: welnu!, nu!