Vertaal
Naar andere talen: • anbieten > ENanbieten > ESanbieten > FR
Vertalingen anbieten DE>NL

anbieten

werkw.
Uitspraak:  anbiːtən]

1) jemanden fragen, ob er etw. haben will, man etw. tun soll - aanbieden
Kann ich Ihnen etwas (zu trinken) anbieten? - Kan ik u iets (te drinken) aanbieden?
Er bot mir an, mich zum Bahnhof zu fahren. - Hij bood mij aan, om me naar het station te brengen.
Der Minister bot seinen Rücktritt an. - De minister bood zijn aftreden aan.

2) für Kunden zur Verfügung stellen - goederen, diensten aanbieden
Welche Wahlfächer bietet die Schule an? - Welke keuzevakken bied de school aan?

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich (als etw.) anbieten

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. bietet sich an

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
anbieten (ww.) aanbieden (ww.) ; aanreiken (ww.) ; geven (ww.) ; huis-aan-huis-verkopen (ww.) ; indienen (ww.) ; laten zien (ww.) ; leuren (ww.) ; offreren (ww.) ; presenteren (ww.) ; tonen (ww.) ; venten (ww.) ; voorleggen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `anbieten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bieten
DE: darbieten
DE: darbringen
DE: darreichen
DE: einreichen
DE: feilbieten
DE: handeln
DE: hausieren
DE: offerieren
DE: präsentieren