Vertalingen aufmuntern DE>NL
I aufmuntern
werkw.
1) jemanden trösten, seine Stimmung verbessern -
opmonteren , opvrolijken Womit kann ich dich aufmuntern? - Waarmee zou ik je kunnen opvrolijken? |
2) jemandem Mut machen, in einem Vorhaben bestärken -
aanmoedigen Er nickte ihr aufmunternd zu. - Hij knikte haar bemoedigend toe. |
II die Aufmunterung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈaufmʊntərʊŋ] |
Verbuigingen: | Aufmunterung , Aufmunterungen |
1) deel van de uitdrukking: opvrolijken 2) deel van de uitdrukking: aanmoedigen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aufmuntern (ww.) | opknappen (ww.) ; vrolijker worden (ww.) ; verkwikken (ww.) ; uitlokken (ww.) ; uitdagen (ww.) ; toemoedigen (ww.) ; stimuleren (ww.) ; provoceren (ww.) ; prikkelen (ww.) ; opwekken (ww.) ; opvrolijken (ww.) ; opmonteren (ww.) ; opkrikken (ww.) ; aandrijven (ww.) ; opkikkeren (ww.) ; ophitsen (ww.) ; opfleuren (ww.) ; opbeuren (ww.) ; motiveren (ww.) ; fleurig maken (ww.) ; blij maken (ww.) ; bemoedigen (ww.) ; aanvuren (ww.) ; aansporen (ww.) ; aanmoedigen (ww.) ; aanleiding geven tot (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aufmuntern`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anblasenDE: anfachenDE: anfeuernDE: ankurbelnDE: anregenDE: anreizenDE: anspornenDE: antreibenDE: auffrischenDE: aufheitern