Vertalingen Anblasen DE>NL
anblasen (ww.) | aanblazen (ww.) ; aanmoedigen (ww.) ; aanstoken (ww.) ; aanvuren (ww.) ; aanwakkeren (ww.) ; bemoedigen (ww.) ; doen opvlammen (ww.) ; oppoken (ww.) ; opporren (ww.) ; opstoken (ww.) ; poken (ww.) ; stimuleren (ww.) ; stoken (ww.) ; toemoedigen (ww.) |
Anblasen | aanblazen ; aansteken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Anblasen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anfachenDE: anfeuernDE: anschürenDE: aufmunternDE: bejauchzenDE: brennenDE: entfachenDE: ermunternDE: ermutigenDE: feiernUitdrukkingen en gezegdes
DE: einen
anblasen
NL: iemand toesnauwen