Vertaal
Naar andere talen: • anfeuern > ENanfeuern > ESanfeuern > FR
Vertalingen anfeuern DE>NL
anfeuern (ww.) stoken (ww.) ; prikkelen (ww.) ; poken (ww.) ; opstoken (ww.) ; oppoken (ww.) ; motiveren (ww.) ; iemand motiveren (ww.) ; bezielen (ww.) ; aanwakkeren (ww.) ; aanstoken (ww.) ; aanblazen (ww.)
das Anfeuernhet stimuleren ; het voortstuwen ; het toejuichen ; de stimulans (m) ; de steun (m) ; de prikkel (m) ; de opwekking (v) ; het aanzetten ; het aanvuren ; de aansporing (v) ; het aansporen ; de aanmoediging (v) ; het aanmoedigen ; het aanjagen ; het aandrijven
anfeuern opstoken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `anfeuern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anblasen
DE: anfachen
DE: anheizen
DE: animieren
DE: anregen
DE: anreizen
DE: anspornen
DE: Anspornung
DE: anstacheln
DE: antreiben