Vertaal
Naar andere talen: • aufmuntern > ESaufmuntern > FRaufmuntern > NL
Vertalingen aufmuntern DE>EN
aufmuntern (ww.)to gladden ; to urge ; to stimulate ; to spruce up ; to solace ; to provoke ; to prompt ; to needle ; to motivate ; to liven up ; to badger ; to give rise to ; to encourage ; to drive ; to console ; to comfort ; to cheer up ; to brighten up ; to brighten ; to bait
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aufmuntern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anblasen
DE: anfachen
DE: anfeuern
DE: ankurbeln
DE: anregen
DE: anreizen
DE: anspornen
DE: antreiben
DE: auffrischen
DE: aufheitern

Alternatieve spelling of gebruik
Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt.
In UK-Engels gebruikt men `car journey / drive`
In US-Engels gebruikt men `road trip`