Vertalingen varen NL>FR
[varə(n)] [mv: varens]1 groene plant met lange bladeren met sporen - fougère (la ~(v))
[varə(n)] [vvt: heeft gevaren]1 je met een boot over het water bewegen - aller en bateau
`op de Noordzee varen`
aller en mer du Nord
2
ergens wel bij varen
in een situatie zijn dat het goed met je gaat - trouver son avantage à quelque chose
een plan laten varen
(= een plan niet door laten gaan) - laisser tomber un projet
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
varen (ww.) | naviguer (ww.) ; naviguer sur (ww.) ; voguer (ww.) |
varen (c) | fougère (v) |
varen | aller ; aller en bateau ; navigation de plaisance ; naviguer ; se rendre ; transporter |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `varen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bevarenNL: het makenNL: kanoënNL: lopenNL: navigerenNL: zeilenNL: zwervenUitdrukkingen en gezegdes
NL: laten
varen
FR: abandonner, renoncer à NL: wel
varen bij
FR: trouver son compte à , se trouver bien deNL: naar Engeland
varen
FR: passer en AngleterreNL: onder Franse vlag
varen
FR: battre pavillon français