Vertalingen zetten NL>FR
zetten
werkw.
Uitspraak: | [ˈzɛtə(n)] |
Verbuigingen: | zette (verl.tijd ) heeft gezet (volt.deelw.) |
1) rechtop plaatsen -
mettre , placer , poser Wil je deze boeken weer in de kast zetten? - Pourrais-tu remettre ces livres dans la bibliothèque? de tuinstoelen buiten zetten - sortir les sièges de jardin voor de groepsfoto de langste jongens achteraan zetten - mettre les plus grands garçons derrière pour la photo de groupe |
2) (koffie of thee) maken -
faire vers gezette koffie - du café qui vient d'être fait |
3) (een gebroken bot) weer in de goede stand plaatsen, zodat het kan genezen medisch -
réduire een gebroken dijbeen zetten - réduire la fracture d'un fémur |
4) aansporen of dwingen te doen -
pousser Ik moest me ertoe zetten dat rotklusje te gaan doen. - J'ai dû me pousser pour commencer cette sale besogne. anderen aan het werk zetten - mettre des autres au travail iemand je huis uit zetten - mettre quelqu'un à la porte |
5) deel van de uitdrukking: -
alles op alles zetten (=je enorm inspannen voor een bepaald doel) - faire le maximum
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zetten (ww.) | asseoir (ww.) ; stationner (ww.) ; situer (ww.) ; signaler (ww.) ; ranger (ww.) ; poser (ww.) ; planter (ww.) ; placer (ww.) ; mettre (ww.) ; installer (ww.) ; insérer (ww.) ; garer (ww.) ; déposer (ww.) ; coucher (ww.) ; appliquer (ww.) |
het zetten | travail typographique (m) ; composition (v) |
zetten | apposer ; remettre ; pliage croisé ; piquage ; jouer ; franchir ; faire ; effectuer ; croisage ; composer ; assembler |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zetten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: arrangerenNL: bereidenNL: bijzettenNL: deponerenNL: inzettenNL: leggenNL: neerleggenNL: neerzettenNL: opzettenNL: plaatsen