Vertaal
Naar andere talen: • arrangeren > DEarrangeren > ENarrangeren > ES
Vertalingen arrangeren NL>FR

arrangeren

werkw.
Uitspraak:  [ɑrãˈʒerə(n)]
Verbuigingen:  arrangeerde (verl.tijd ) heeft gearrangeerd (volt.deelw.)

1) regelen, organiseren - arranger
een ontmoeting met de minister arrangeren - arranger une rencontre avec le ministre

2) in een bepaald patroon ordenen - arranger
de alinea's anders arrangeren - ordonner différemment les paragraphes

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
arrangeren (ww.) dresser (ww.) ; systématiser (ww.) ; repartir (ww.) ; organiser (ww.) ; orchestrer (ww.) ; lancer (ww.) ; grouper (ww.) ; fonder (ww.) ; ficher (ww.) ; ériger (ww.) ; édifier (ww.) ; créer (ww.) ; convenir (ww.) ; construire (ww.) ; commencer (ww.) ; classifier (ww.) ; classer (ww.) ; catégoriser (ww.) ; arranger (ww.) ; aménager (ww.)
arrangeren adapter
Bronnen: interglot; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `arrangeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanrichten
NL: afspreken
NL: bedisselen
NL: bewerken
NL: groeperen
NL: iets op touw zetten
NL: indelen
NL: inrichten
NL: instrumenteren
NL: ordenen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: arrangeren voor orkest FR: orchestrer
NL: het arrangeren FR: l'arrangement (le)
NL: het arrangeren voor orkest FR: l'orchestration (la)