1. MWB
  2. Vertalen
  3. zet (NL>FR)
Vertaal
Naar andere talen: • zet > DE • zet > EN • zet > ES
Vertalingen zet NL>FR

de zet

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [zɛt]
Verbuigingen:  -ten (meerv.)

1) het duwen - bourrade (la ~), coup (le ~)
iemand een zetje geven - pousser quelqu'un

2) keer dat je een schaakstuk of een damsteen verplaatst - coup (le ~)
Je bent aan zet. - À toi de jouer.
tegenzet - riposte
uitdrukking een slimme zet
uitdrukking aan zet zijn

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de zet (m) butoir (m) ; cahot (m) ; choc (m) ; coup (m) ; heurt (m) ; petit coup (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zet`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beurt
NL: crapaud
NL: daad
NL: duw
NL: duwtje
NL: geestigheid
NL: gestoelte
NL: por
NL: schaakstukverplaatsing
NL: schaakzet