Vertaal
Naar andere talen: • voorschuiven > DEvoorschuiven > ENvoorschuiven > ES
Vertalingen voorschuiven NL>FR
voorschuiven (ww.) avancer (ww.) ; avantager (ww.) ; favoriser (ww.) ; feindre (ww.) ; gratifier (ww.) ; ramper devant (ww.) ; s'avancer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `voorschuiven`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: begunstigen
NL: bevoordelen
NL: duwen
NL: iemand begunstigen
NL: opschuiven
NL: voorin schuiven
NL: voortrekken
NL: vooruitschuiven