Vertalingen toen NL>FR
I toen
voegwoord
op het moment dat -
lorsque , quand Ik ging net de deur uit toen hij arriveerde. - Je venais de sortir de chez moi, lorsqu'il est arrivé. |
II toen
bijwoord
1) op dat tijdstip -
alors , dans le temps Toen had je nog geen mobiele telefoon. - Dans le temps les mobiles n'existaient pas encore. |
2) daarna -
alors , puis , ensuite Eerst hebben we een borrel gedronken, toen zijn we gaan eten en toen zijn we naar de film gegaan - D'abord nous avons bu un apéro, ensuite nous sommes allés au restaurant et puis au cinéma. |
[tun]1 op het moment dat - quand
[kɑ~]
`Ik ging net de deur uit toen hij arriveerde.`
Je venais de sortir de chez moi, lorsqu'il est arrivé.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
toen | alors ; lorsque ; quand ; à ce moment ; à l'époque ; là |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `toen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: destijdsNL: indertijdNL: toenmaalsNL: toentertijdUitdrukkingen en gezegdes
NL: van
toen af
FR: dès lorsNL: juist
toen hij uitging
FR: comme il sortait