Vertaal
Naar andere talen: • uitzetten > DEuitzetten > ENuitzetten > ES
Vertalingen uitzetten NL>FR
uitzetten (ww.) éteindre (ww.) ; arrêter (ww.) ; bannir (ww.) ; chasser (ww.) ; couper (ww.) ; débrancher (ww.) ; débrayer (ww.) ; déconnecter (ww.) ; définir (ww.) ; déporter (ww.) ; évincer (ww.) ; exiler (ww.) ; exorciser (ww.) ; expliquer (ww.) ; expulser (ww.) ; jalonner (ww.) ; mettre au ban (ww.) ; mettre hors de circuit (ww.) ; tracer (ww.)
het uitzetten extension (v) ; élargissement (m) ; déportation (v) ; agrandissement (m)
uitzetten dissémination d'organismes ; déconnexion ; emplacement ; expulser ; filer ; foisonnement ; gondolement ; gonflement en épaisseur ; implantation ; jalonnage ; lâcher ; mettre à l'eau ; mouiller ; piquetage ; piquetage du profil en travers ; tracé de la plantation
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `uitzetten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afbakenen
NL: afzetten
NL: bannen
NL: bezweren
NL: deportatie
NL: deporteren
NL: het groter worden
NL: kromtrekken
NL: openzetten
NL: opzetten

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: pootvis uitzetten FR: aleviner