Vertalingen vinger NL>FR
vinger
zelfst.naamw.
Uitspraak: | ['vɪŋər] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
elk van de vijf uitstekende delen aan je hand -
doigt (le ~) je vinger opsteken - lever le doigt wijsvinger - index |
ringvinger (=de tweede vinger vanaf de buitenkant van je hand) - annulaire
|
middelvinger (=de middelste vinger van je hand) - majeur/médius
|
dode vingers (=door de kou stijf en zonder gevoel) - (avoir) les doigts gourds
|
een vinger in de pap hebben (=invloed hebben op de beslissingen die worden genomen) - avoir son mot à dire
|
Dat kun je op je vingers natellen. (=dat is logisch, dat kun je verwachten) - Ce n'est pas difficile à comprendre.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de vinger (m) | doigt (m) |
vinger | doigt ; doigts |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vinger`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: grijpstuiverNL: pootUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
vinger op de wonde leggen
FR: mettre le doigt dessusNL: iets door de
vingers zien
FR: fermer les yeux sur, passer (qc à quelqu'un)NL: lange
vingers hebben
FR: avoir les mains crochuesNL: zich in de
vingers snijden
FR: se brûler les doigtsNL: Iemand op de
vingers tikken
FR: donner sur les doigts à quelqu'un.