Vertalingen vinger NL>DE
vinger
zelfst.naamw.
Uitspraak: | ['vɪŋər] |
Verbuigingen: | vingers (meerv.) |
elk van de vijf uitstekende delen aan je hand -
Finger (der ~) je vinger opsteken - den Finger heben wijsvinger - Zeigefinger |
ringvinger (=de tweede vinger vanaf de buitenkant van je hand) - Ringfinger
|
middelvinger (=de middelste vinger van je hand) - Mittelfinger
|
dode vingers (=door de kou stijf en zonder gevoel) - taube Finger
|
een vinger in de pap hebben (=invloed hebben op de beslissingen die worden genomen) - seine Finger im Spiel haben
|
Dat kun je op je vingers natellen. (=dat is logisch, dat kun je verwachten) - Das kannst du dir an den Fingern abzählen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de vinger (m) | der Finger ; Zeh |
vinger | digital ; Finger ; Fingerelement |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vinger`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: grijpstuiverNL: pootUitdrukkingen en gezegdes
NL: (hij kon) er met zijn
vingers niet afblijven
DE: die Finger nicht davon lassenNL: iets door de
vingers zien
DE: bei etwas ein Auge zudrückenNL: Iemand door de
vingers zien
DE: einem durch die Finger sehenNL: iets van iemand door de
vingers zien
DE: einem etwas nachsehenNL: z. lelijk in de
vingers snijden
DE: (figuurlijk) sich die Finger verbrennenNL: (iemand) om de
vinger winden
DE: um den Finger wickelnNL: Iemand op de
vingers kijken
DE: einem auf die Finger sehenNL: (je kon de bezoekers) op je
vingers tellen
DE: an den Fingern nachzählenNL: (dat kun je) op je
vingers narekenen
DE: dir an den Fingern herzählen, abzählen