Vertalingen verzuimen NL>FR
[vər'zœymə(n)] [vvt: heeft verzuimd]1 ( nalaten) (iets wat je hoort te doen) niet doen - omettre - négliger
`je plicht verzuimen`
manquer à / négliger son devoir
`Hij verzuimde te scoren.`
Il a omis de marquer.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verzuimen (ww.) | être absent (ww.) ; faire défaut (ww.) ; manquer (ww.) ; négliger (ww.) ; omettre (ww.) ; renier (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verzuimen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: absent zijnNL: mankerenNL: nalatenNL: ontbrekenNL: uitlatenNL: verwaarlozenNL: verzakenNL: weglaten