Vertalingen verzuimen NL>DE
verzuimen
werkw.
Uitspraak: | [vər'zœymə(n)] |
Verbuigingen: | verzuimde (verl.tijd ) heeft verzuimd (volt.deelw.) |
(iets wat je hoort te doen) niet doen -
versäumen je plicht verzuimen - eine Verpflichtung versäumen Hij verzuimde te scoren. - Er versäumte zu schießen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verzuimen (ww.) | abschwören (ww.) ; abwesend sein (ww.) ; fehlen (ww.) ; unterlassen (ww.) ; verleugnen (ww.) ; vernachlässigen (ww.) ; versäumen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verzuimen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: absent zijnNL: mankerenNL: nalatenNL: ontbrekenNL: uitlatenNL: verwaarlozenNL: verzakenNL: weglaten