[ˈspɛikər]
[mv: spijkers]

1 metalen staafje met een platte bovenkant om ergens in te slaan met een hamer - clou (le ~(m))

  `een spijker in de muur slaan om er een schilderij aan op te hangen`
  enfoncer un clou dans le mur pour accrocher un tableau


© K Dictionaries Ltd.

de spijker (m)	agrafe (v) ; cheville (v) ; clou (m) ; crampon (m) ; poutre cloutée (v)
spijker	clou ; gros clou

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm




NL: klinknag
NL: klinknagel
NL: nag
NL: nagel

NL: de spijker houdt FR: le clou prend
NL: spijkers met koppen slaan FR: ne pas y aller de main morte
NL: de spijker op de kop slaan FR: mettre le doigt dessus
NL: gloeiende spijker FR: lumignon (le)