Vertalingen nagel NL>FR
de nagel
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈnagəl] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
1) hard deel aan de bovenkant van je vingers en tenen -
ongle (le ~) je nagels knippen - se couper les ongles |
geen nagel hebben om je gat te krabben (=heel weinig geld hebben, arm zijn) - être pauvre comme Job / ne pas avoir le sou
|
2) spijker -
clou (le ~) een nagel aan iemands doodskist zijn (=iemand moeilijkheden/last bezorgen) - causer beaucoup de soucis à quelqu'un
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de nagel (m) | agrafe (v) ; cheville (v) ; clou (m) ; crampon (m) ; ongle (m) |
nagel | agrafe ; axe ; cor ; essieu ; ongle |
Bronnen: interglot; pijnstillerinfocentrum; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `nagel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: klinknagelNL: spijkerUitdrukkingen en gezegdes
NL: zijn
nagels knippen
FR: se faire les ongles, se tailler les ongles