Vertalingen blaffen NL>FR
blaffen
werkw.
Uitspraak: | [ˈblɑfə(n)] |
Verbuigingen: | blafte (verl.tijd ) heeft geblaft (volt.deelw.) |
(van een hond) hard stemgeluid maken -
aboyer De hond blaft tegen zijn baasje. - Le chien aboie devant son maître. De ontevreden baas blafte tegen zijn personeel. - Le patron, mécontent, aboyait contre son personnel. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
blaffen (ww.) | aboyer (ww.) ; crier (ww.) ; crier fort (ww.) ; glapir (ww.) ; gueuler (ww.) ; hurler (ww.) ; japper (ww.) ; tempêter (ww.) ; tonner (ww.) ; tonner contre (ww.) |
blaffen | aboyer ; ment |
Bronnen: Europakinderhulp; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `blaffen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brullenNL: bulderenNL: daverenNL: keffenNL: roepenNL: schreeuwenUitdrukkingen en gezegdes
NL: blaffende honden bijten niet
FR: chien qui aboie ne mord pas