Vertaal
Naar andere talen: • ritselen > DEritselen > ENritselen > ES
Vertalingen ritselen NL>FR

ritselen

werkw.
Uitspraak:  [ˈrɪtsələ(n)]
Verbuigingen:  ritselde (verl.tijd ) heeft geritseld (volt.deelw.)

1) een kenmerkend zacht geluid maken - bruisser
ritselen met papier - faire du bruit en remuant des feuilles de papier

2) op een nogal onduidelijke manier regelen - goupiller
Hij heeft iets geritseld met de bewakers, dus we mogen nu toch naar binnen. - Il a goupillé quelque chose avec les gardiens, donc nous pouvons entrer quand même.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ritselen (ww.) bruire (ww.) ; crépiter (ww.) ; crisser (ww.) ; frémir (ww.) ; froufrouter (ww.) ; gazouiller (ww.) ; grésiller (ww.) ; grouiller (ww.) ; magouiller (ww.) ; se froisser (ww.) ; susurrer (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `ritselen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: knisperen
NL: organiseren
NL: ruisen