Vertaal
Naar andere talen: • knisperen > DEknisperen > ENknisperen > ES
Vertalingen knisperen NL>FR
knisperen (ww.) bruire (ww.) ; crépiter (ww.) ; crisser (ww.) ; frémir (ww.) ; froufrouter (ww.) ; gazouiller (ww.) ; grésiller (ww.) ; grouiller (ww.) ; se froisser (ww.) ; susurrer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `knisperen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: knapperen
NL: ritselen