Vertaal
Naar andere talen: • ritselen > ENritselen > ESritselen > FR
Vertalingen ritselen NL>DE

ritselen

werkw.
Uitspraak:  [ˈrɪtsələ(n)]
Verbuigingen:  ritselde (verl.tijd ) heeft geritseld (volt.deelw.)

1) een kenmerkend zacht geluid maken - rascheln
ritselen met papier - mit Papier rascheln

2) op een nogal onduidelijke manier regelen - deichseln
Hij heeft iets geritseld met de bewakers, dus we mogen nu toch naar binnen. - Er hat etwas mit den Wachleuten gedeichselt, somit durften wir doch herein.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ritselen (ww.) knistern (ww.) ; rascheln (ww.)
ritselen deichseln
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `ritselen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: knisperen
NL: organiseren
NL: ruisen