Vertalingen praatje NL>FR
het praatje
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈpracə] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
1) gesprekje -
causette (la ~) een praatje maken met iemand - faire un brin de causette avec quelqu'un |
2) vervelend nieuwtje over iemand dat vaak niet waar is -
ragot (le ~) kletspraatjes - ragots/racontars praatjes rondstrooien over de gokverslaving van de zoon van de bakker - répandre des ragots sur la dépendance au jeu du fils du boulanger |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het praatje | causerie (v) ; causette (v) ; conversation (v) ; entretien (m) ; parler (znw.) |
praatje | causerie |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `praatje`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: babbelNL: babbeltjeNL: causerieNL: gebabbelNL: gekeuvelNL: gepraatNL: geroddelNL: geruchtNL: kapsonesNL: klapUitdrukkingen en gezegdes
NL: het gewone
praatje
FR: le clichéNL: en geen
praatjes
FR: et pas de discussions