1. MWB
  2. Vertalen
  3. opschieten (NL>FR)
Vertaal
Naar andere talen: • opschieten > DE • opschieten > EN • opschieten > ES
Vertalingen opschieten NL>FR

opschieten

werkw.
Uitspraak:  [ˈɔpsxitə(n)]
Verbuigingen:  schoot op (verl.tijd ) is opgeschoten (volt.deelw.)

1) je haasten - se presser
Je moet opschieten, want we zijn al laat. - Tu dois te presser, car nous sommes déjà assez en retard.

2) snel vooruitgaan - avancer à grands pas , bien progresser
Nu we weten hoe het moet, schiet het werk lekker op. - Maintenant que nous savons comment faire, le travail avance à grands pas.
uitdrukking goed met iemand kunnen opschieten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
opschieten (ww.) grandir (ww.) ; pousser (ww.) ; pousser vigoureusement (ww.) ; prendre d'assaut (ww.) ; s'agrandir (ww.) ; s'alligner (ww.) ; s'empresser (ww.) ; s'entendre (ww.) ; se dépêcher (ww.) ; se hâter (ww.) ; se précipiter (ww.) ; se presser (ww.) ; surgir (ww.)
opschieten lover
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `opschieten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ijlen
NL: jachten
NL: jagen
NL: jakkeren
NL: omgaan
NL: omhoog schieten
NL: reppen
NL: snellen
NL: spoeden
NL: uit de grond schieten

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: schiet op! FR: allez! et que ça saute
NL: met iemand kunnen opschieten FR: pouvoir s'entendre avec quelqu'un.