Vertalingen ontslapen NL>FR
ontslapen (ww.) | crever (ww.) ; décéder (ww.) ; mourir (ww.) ; rendre l'âme (ww.) ; s'endormir (ww.) ; trépasser (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ontslapen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: doodNL: doodgaanNL: heengaanNL: inslapenNL: overledenNL: overlijdenNL: stervenNL: verscheiden