I naast

bijv.naamw.

Uitspraak:

[nast]

dichtbij - proche

naaste familie - famille proche / parents proches

II naast

voorzetsel

Uitspraak:

[nast]

1) aan de zijkant van iets anders - à côté de , près de

Het boek ligt naast de computer. - Le livre se trouve à côté de l'ordinateur.

2) bij - à côté de , outre , en plus de

Naast bloemen en planten verkopen ze ook tuinmeubelen. - Outre des plantes et des fleurs, on y vend aussi des meubles de jardin.

[nast]

1 aan de zijkant van iets anders - à côté de - près de

  `Het boek ligt naast de computer.`
  Le livre se trouve à côté de l'ordinateur.



2 ( extra) bij - à côté de - outre - en plus de

  `Naast bloemen en planten verkopen ze ook tuinmeubelen.`
  Outre des plantes et des fleurs, on y vend aussi des meubles de jardin.


© K Dictionaries Ltd.

naast

quel que soit ; malgré ; en dépit de ; en dehors de ; par surcroît ; par ailleurs ; outre ; face à ; en plus de ; en plus ; en outre ; à côté de ; en corollaire de ; du reste ; de surcroît ; de plus ; de lus de ; d'un autre côté ; d'autre part ; auprès ; au reste

Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Wikipedia; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aan
NL: behalve
NL: bezijden
NL: bij
NL: circa
NL: dichtbij
NL: dichtstbijzijnd
NL: extra
NL: intiem
NL: nabij

NL: naast elkaar FR: côte à  côte
NL: naast ons (huis) FR: à  côté de chez nous
NL: naast God FR: après Dieu
NL: de naaste prijs FR: le dernier prix
NL: de naaste weg FR: le chemin le plus direct
NL: hier naast FR: à  côté, tout près d'ici
NL: ten naaste bij FR: approximativement