extra

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈɛkstra]

meer dan gewoonlijk - supplémentaire

extra lang - d'une longueur exceptionnelle iets extra's - quelque chose en plus / en prime

© K Dictionaries Ltd.

de extra	outils
extra	ajouté ; en supplément ; supplémentaire ; additionnel ; d'autres ; de plus ; de rechange ; de réserve ; extrêmement ; options (mv.) ; plus ; le plus ; supplémentair

Bronnen: ICT-Woordenboek; interglot; A.M.T.S.; Trueterm; Antiquarian Dictionary




NL: additioneel
NL: bijkomend
NL: supplementair
NL: toegevoegd

NL: extra blad FR: édition (la) spéciale
NL: extra bus FR: autobus supplémentaire, autocar (le) supplémentaire
NL: extra trein FR: train (le) supplémentaire
NL: extra onkosten FR: frais (m mv) supplémentaires
NL: extra korting FR: surremise (la)
NL: extra les FR: leçon (la) supplémentaire
NL: als extra leverbaar FR: sur option
NL: extra-bericht FR: flash (le)
NL: extra-schotel FR: supplément (le)