Vertalingen mengen NL>FR
mengen
werkw.
Uitspraak: | [mengə(n)] |
Verbuigingen: | mengde (verl.tijd ) heeft gemengd (volt.deelw.) |
(verschillende dingen) bij elkaar doen en tot één geheel maken -
combiner alle ingrediënten goed door elkaar mengen - bien mélanger tous les ingrédients |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
mengen (ww.) | se mêler de (ww.) ; se mêler (ww.) ; s'interposer (ww.) ; s'allier (ww.) ; mixer (ww.) ; mélanger (ww.) ; intervenir dans (ww.) ; intervenir (ww.) ; interférer (ww.) ; allier (ww.) |
het mengen | fusion (v) ; mixture (v) ; mixtion (v) ; mélange (mv.) |
mengen | ajustage ; surimpression ; peser ; mélanger ; mélangeage ; mélange de fibres ; mélange ; malaxer ; malaxage ; homogénéiser ; gâcher(le mortier) ; coupage ; composer ; broyer |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `mengen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bemoeienNL: betrekkenNL: dooreenmengenNL: husselenNL: inmengenNL: melêrenNL: mixenNL: vermengenUitdrukkingen en gezegdes
NL: gif
mengen
FR: préparer du poison