Vertalingen mengen NL>DE
mengen
werkw.
Uitspraak: | [mengə(n)] |
Verbuigingen: | mengde (verl.tijd ) heeft gemengd (volt.deelw.) |
(verschillende dingen) bij elkaar doen en tot één geheel maken -
(ver)mischen , mischen alle ingrediënten goed door elkaar mengen - alle Zutaten vermischen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
mengen (ww.) | vermischen (ww.) ; vermengen (ww.) ; mischen (ww.) ; mengen (ww.) ; bemühen (ww.) ; anrühren (ww.) |
mengen (werkw.) | vermengen ; mischen ; mengen |
het mengen | das Mixen |
mengen | zusammenstellen ; Abmischen ; zerreiben ; Verschnitt ; Vermischung ; stoßen ; Mischen ; kneten ; aufwiegen ; Anpassung ; Anmachen (des Mörtels) |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `mengen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bemoeienNL: betrekkenNL: dooreenmengenNL: husselenNL: inmengenNL: melêrenNL: mixenNL: vermengenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (vergif) door het eten
mengen
DE: unters (ins) Essen mischenNL: z.
mengen in
DE: sich (ein)mischen in (4)NL: gemengde mest
DE: Mischdünger (der)NL: gemengd voer
DE: Mengfutter (das)