Vertalingen kroon NL>FR
kroon
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [kron] |
Verbuigingen: | kronen (meerv.) |
1) sieraad voor op je hoofd -
couronne (la ~) een koningin met een kroon - une reine avec une couronne |
2) kunstmatige tand of kies op het restje van je eigen kies -
couronne (la ~) Tandarts, mijn kroon zit een beetje los. - Docteur, ma couronne bouge un peu. |
3) munteenheid in verschillende landen -
couronne (la ~) Je kunt er met kronen of met euro's betalen. - On y paie avec des couronnes ou des euros. |
4) de koning of koningin met de ministers -
Couronne (la ~), door de kroon benoemd zijn - être nommé par la Couronne |
5) deel van de uitdrukking: -
de kroon spannen (=in een ranglijst bovenaan staan) - surclasser tout/tous
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de kroon (m) | corolle (v) |
de kroon | couronne (v) ; diadème (m) ; petite couronne (v) ; tiare (v) |
kroon | calotte ; cime ; cime d'arbre ; coté table ; couronne ; houppier ; perforatrice ; trépan |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `kroon`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: koningskroonNL: kransNL: tiara 6Uitdrukkingen en gezegdes
NL: pauselijke
kroon
FR: tiare (la)NL: de
kroon spannen
FR: l'emporterNL: Iemand naar de
kroon steken
FR: rivaliser avec quelqu'un en (of de)