Vertalingen klimmen NL>ES
klimmen
werkw.
Uitspraak: | [ˈklɪmə(n)] |
Verbuigingen: | klom (verl.tijd ) is geklommen (volt.deelw.) |
1) met inspanning naar een hogere plaats gaan -
trepar Het kind klom op de stoel. - El niño trepó a la silla. over een hek klimmen - escalar una verja een boom in klimmen - trepar a un árbol een heuvel op klimmen - escalar una colina |
2) omhooggaan -
ascender , subir De koers van dat bedrijf daalt niet verder en gaat nu zelfs weer klimmen. - La cotización de esa empresa no baja más y más bien ahora está empezando a subir de nuevo. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
klimmen (ww.) | ascender (ww.) ; escalar (ww.) ; ir subiendo (ww.) ; subir (ww.) ; subir escalando (ww.) |
het klimmen | el alza (m) ; el aumento (m) ; el crecimiento (m) ; el despegue (m) ; el incremento (m) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `klimmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bestijgenNL: omhoog gaanNL: omhoogklimmenNL: omhoogkomenNL: omhoogstijgenNL: opgaanNL: opklauterenNL: opklimmenNL: opkomenNL: opstaan