Vertaal
Naar andere talen: • haspelen > DEhaspelen > ENhaspelen > ES
Vertalingen haspelen NL>FR
haspelen (ww.) bobiner (ww.) ; cochonner (ww.) ; embrouiller (ww.) ; renvider (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `haspelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: husselen
NL: kibbelen
NL: knoeien
NL: opklossen
NL: opwikkelen
NL: opwinden
NL: tot een warboel maken
NL: verwarren