Vertalingen daags NL>FR
daags
bijwoord
1) iedere dag;
per dag -
par jour je medicijnen drie keer daags innemen - prendre ses médicaments trois fois par jour |
2) op de dag -
le jour een televisieprogramma daags na Kerstmis - un programme de télévision le jour après la Noël |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
daags | de tous les jours ; journalier ; par jour ; quotidien |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `daags`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: alledaagsNL: dagelijksNL: gebruikelijkNL: gewoonUitdrukkingen en gezegdes
NL: daags daarna
FR: le lendemainNL: daags te voren
FR: la veille