Vertalingen capaciteit NL>FR
de capaciteit
zelfst.naamw. (v.)
| Uitspraak: | [kapasiˈtɛit] |
| Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) eigenschap dat je ergens goed in bent -
capacité (la ~) | veel capaciteiten hebben - avoir beaucoup de compétences |
2) wat maximaal verwerkt of gedaan kan worden -
capacité (la ~) de capaciteit van een machine - la capacité d'une machine
zorgen voor extra capaciteit als het erg druk is - prévoir de la capacité supplémentaire pour un coup de feu |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de capaciteit (v) | volume (m) ; tonnage brut (m) ; talent (m) ; savoir-faire (m) ; qualité (v) ; potentiel (znw.) ; habileté (v) ; force portative (v) ; don (m) ; compétence (v) ; capacité de charge (v) ; capacité (v) ; aptitude (v) |
| capaciteit | puissance électrique ; capacité ; puissance d'un équipement ; puissance ; facteur de charge ; facteur de capacité ; élément capacitif ; capacité utile ; Capacité nominale ; capacité électrique ; capacité de circulation ; capacité d'écoulement ; capacité d'accueil ; capacité (d'une route) |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `capaciteit`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanlegNL: begaafdheidNL: bekwaamheidNL: bevattingsvermogenNL: draagkrachtNL: draagvermogenNL: gaveNL: inhoudNL: inhoudsruimteNL: knobbel
